Oefening 1
Doel: het mobiliseren van de lage rug.
- Ruglig
- Knieën buigen, tegen elkaar aan en voeten plat op de grond.
- Beweeg de knieën zijwaarts naar de grond tot 45 graden (halverwege).
- Hou aan elke kant de positie 2 tellen vast.
Aandachtspunten: beweeg niet zodanig ver naar de grond dat de gehele bil van de grond komt.
Oefening 2
Doel: zijwaarts mobiliseren van de lendenwervels.
- Ruglig
- Knieën gestrekt houden.
- Maak het ene been langer dan het andere, beweging vindt plaats vanuit het bekken en de lage rug.
- Hou aan elke kant de positie 2 tellen vast.
Aandachtspunten: het gaat om kleine, subtiele bewegingen.
Oefening 3
Doel: voor- en achterwaarts mobiliseren van de lendenwervels.
- Ruglig
- Kantel het bekken zodat de onderrug tegen de grond aandrukt.
- Kantel het bekken zodat de onderrug van de grond af komt.
- Voer de bewegingen afwisselend uit.
- Hou elke positie 2 tellen vast.
Aandachtspunten: het gaat om kleine, subtiele bewegingen en probeer alleen in de lage rug te bewegen.