Oefening 1

Doel: voorwaartse mobiliteit van de schouder vergroten.
- Stand of zit op een stoel voor een muur
- Plaats de hand van de aangedane zijde op de muur.
- Krabbel met de vingers op de muur omhoog.
- Krabbel weer terug.
Aandachtspunten: beweeg tot de pijngrens.
Oefening 2

Doel: zijwaartse mobiliteit van de schouder vergroten.
- Stand of zit op een stoel naast een muur
- Plaats de hand van de aangedane zijde, zijwaarts op de muur.
- Krabbel met de vingers op de muur omhoog.
- Krabbel weer terug.
Aandachtspunten: beweeg tot de pijngrens.
Oefening 3

Doel: lichte mobilisatie en smering van het schoudergewricht.
- Stand
- Plaats de niet-aangedane hand, met de elleboog gestrekt, op bijvoorbeeld een tafelblad.
- Laat de aangedane schouder/arm afhangen.
- Draai rondjes met de afhangende arm alsof er in een pan met soep geroerd word.
- Draai rondjes in beide richtingen.
Aandachtspunten: als het makkelijk gaat kunnen er grotere rondjes gemaakt worden.
Oefening 4

Doel: de gewrichten van de schoudergordel smeren en licht mobiliseren.
- Stand of zit
- Maak draai bewegingen met beide schouders; beweeg beide, gehele schouders naar voren en omhoog en vervolgens naar achter en beneden.
Aandachtspunten: hou de armen stil.
Oefening 5

Doel: voorwaarts mobiliseren van de schouder met behulp van de niet-aangedane schouder.
- Stand of zit op een stoel
- Pak met beide handen een stok of bijvoorbeeld een paraplu vast.
- Hou de stok voorlangs en beweeg met gestrekte armen omhoog.
- Zorg dat er meer gewicht op de niet-aangedane schouder komt.
- Beweeg tot de pijngrens.
Aandachtspunten: hou de armen gestrekt en compenseer de bewegingsuitslag niet door de schouders op te trekken waardoor het lijkt dat u verder komt.
Oefening 6

Doel: lichte mobilisatie van de schoudergordel achterwaarts en het gebruiken van de juiste spieren voor een goede houding.
- Stand of zit op een stoel
- Beweeg beide schouders naar achteren en een klein beetje naar beneden.
- Hou deze positie 5 tellen vast en breng de schouders dan weer rustig naar neutrale positie.
Aandachtspunten: hou de armen stil.
Oefening 7

Doel: het mobiliseren van de schouder met behulp van een katrol of het trainen van de spierfunctie op alleen het laten zakken van de schouder.
- Stand of zit op een stoel.
- Bevestig de katrol zoals is geleerd van de fysiotherapeut.
- Pak met elke hand één uiteinde van de katrol vast.
- Beweeg met de niet-aangedane zijde naar beneden en laat uw arm in de gewenste richting bewegen.
- Laat de aangedane arm met behulp van de niet-aangedane arm weer terugzakken naar de beginpositie of, indien gewenst, laat de aangedane arm al het werk doen naar de beginpositie.
Aandachtspunten: hou de handvaten goed vast en voer de bewegingen gecontroleerd uit.
Oefening 8

Doel: het mobiliseren van de overgang van nekwervels naar de borstwervels.
- Stand of zit
- Breng beide armen gestrekt op lijn, met ook de vingers gestrekt en de duimen omhoog wijzend.
- Draai uw nek zover als mogelijk naar rechts. Terwijl u dat doet draait u de rechter arm naar binnen zodat de duim van de rechter hand omlaag wijst.
- Draai vervolgens uw nek naar de linkerkant. Nu draait u de linker arm naar binnen, zodat de duim van de linker hand omlaag wijst. De rechter arm draait zich weer naar de beginpositie als in stap 2.
Aandachtspunten: trek de schouders niet op.
Oefening 9

Doel: het vergroten van de mobiliteit van de binnenwaartse draaiing van de schouder.
- Stand of zit
- Neem een handdoek of iets dergelijks in de rechter hand en breng deze bovenlangs achter uw hoofd.
- Leg de linkerhand achterlangs op uw rug en pak het andere uiteinde van de handdoek.
- Beweeg nu met behulp van de rechterarm de linkerhand zo hoog mogelijk op de rug.
Aandachtspunten: de rechter arm fungeert hier via de handdoek enkel als hulp. Beweeg binnen de pijngrenzen.
Oefening 10

Doel: het vergroten van de mobiliteit van de schouders en arm.
- Stand of zit
- Beide armen zijn gestrekt
- Linker arm gestrekt voorwaarts heffen
- Tegelijk de rechter arm gestrekt naar achteren bewegen.
Aandachtspunten: beweeg beide armen met een vloeiende beweging in tegengestelde richting en probeer in de eindgrens nog 3x te veren. Hiermee wordt nog wat extra druk op de schouder gezet.