Week 1 t/m 6

Het topje van de vinger, waar de pees een breuk heeft opgelopen, mag de eerst 6 weken niet bewogen worden. 
In deze fase groeit het bindweefsel weer aan en daarom het bewegen van de vinger dit proces verstoren. Om het gewricht te immobiliseren draag je dan ook de eerste 6 weken een mallet spalk.

Echter het 2e kootje, we noemen dit het PIP gewricht, moet juist in beweging blijven. Wanneer het spalkje te lang is en daardoor het PIP gewricht vastzet zal dit gewricht verstijven. Meestal laat het spalkje het 2e kootje vrij maar door het vastzetten van de spalk met tape aan de vinger, zal het gewricht niet goed kunnen buigen en strekken. Let hier dus op.

Mallet oefening - pip flexie oefening

1) blokkeer alle vingers, behalve de mallet vinger

2) buig de mallet vinger vanuit het 2e kootje.

Uitleg: de eindkootjes (dip gewrichten) hebben een gemeenschappelijke spierbuik. Door de overige vingers te blokkeren met de andere hand, kun je met het 1e kootje (dip gewricht) geen kracht zetten. Hierdoor kun je veilig het 2e kootje buigen en strekken zonder dat er kracht op het 1e kootje komt.

Het afdoen van de spalk

Week 7

Het afbouwen van de spalk komt erg precies. Wanneer je te lang wacht zal het 1e kootje (dip gewricht) te stijf worden. Ga je te snel aan de slag, dan zal het 1e kootje (dip gewricht) weer gaan hangen.

Laat een handtherapeut beoordelen in welke fase van het herstel je zit. Wellicht moet er nog even gewacht worden met afbouwen van de spalk en mag je dus nog geen andere oefeningen doen.

place en hold oefening

Mallet oefening - place and hold

1) Leg de hand met de mallet vinger plat op tafel

2) Strek de gehele mallet vinger omhoog en houdt dit 5 seconden vast.

Herhaal dit 10 keer.

Uitleg: bij een ontspannen hand zullen de vingers buigen. Een vinger alleen maar strekken geeft dus rek op de pees van de mallet vinger. Dit is daarom een eerste goede oefening.